(kortverhaal door Rebecca, Fietsersbond lid)
Ik wou iets luchtigs schrijven. Over hoe ik met de kinderen boodschappen ging doen. Alle vier hadden we nog niet gegeten. De kinderen fietsten vrolijk naar huis. Blij met wat ze mij hadden kunnen aftroggelen. Ik fietste ook vrolijk, maar vooral balancerend. Balancerend met de boodschappentas en fietszakken vol met wat ze mij hadden kunnen aftroggelen.
Maar ik ben van mening veranderd. Ik heb geen zin meer om over die boodschappen te schrijven. Ik heb net de Pano-reportage gezien over fietsen in Vlaanderen. Zo veel dat herkenbaar is. Ik herken het conflict met de rechts afslaande auto, ik herken de auto die op het fietspad stopt, ik herken het kruispunt waar dode-hoekongevallen kunnen gebeuren, ik herken de auto die veel te snel rakelings langs mijn fiets passeert. Ik herken mezelf in de mama die haar kinderen niet alleen durft laten fietsen. Ik herken de mama die niet wil fietsen met haar kinderen op een drukke straat. Ik begrijp volledig wat ze bedoelt als ze het heeft over “stress voor iedereen”. Ik herken mezelf in de man die zowel fietser als automobilist is en zich bij beiden veilig en comfortabel wil voelen. Ik herken ook de gevoelens van onbegrip, ongerustheid, angst en boosheid.
Mijn “plong” is ook al gesprongen. Ik denk ook “echt waar, het is genoeg”. Sinds mijn dochter nét niet omver gereden werd op het zebrapad aan school ben ik altijd een beetje boos. En ja hoor, het argument van de belangrijke verkeersdoorstroming hoorde ik ook al.
Ik heb bewondering voor de mensen in de reportage, en erbuiten, die zich organiseren om beleidsmakers op hun taken te wijzen. Ik heb veel respect voor jullie.
Fietsen in ons land is gevaarlijk. Een kind dat in Vlaanderen geboren wordt heeft twee keer meer kans om doodgereden te worden dan een Nederlands kind.
In Nederland kwam de bevolking op straat. Stop de kindermoord. Het beleid heeft naar hen geluisterd. Ik kijk met verstomming naar wat in Utrecht gerealiseerd is. En dit in een behapbare tijdspanne van een twintigtal jaren. Het lijkt een utopie. Maar het is er geen. Utrecht toont heel concreet dat de bezwaren die hier al te gemakkelijk gemaakt worden om niet voor de fiets te kiezen, niet overkomelijk zijn, maar een kwestie van willen en durven.
In ons dorp is het op dit moment goed fietsen door – o ironie – wegeniswerken die het verkeer omleiden. Mijn boosheid was dan ook gesust. Tot nu. Tot deze reportage me met de neus op de feiten drukt over wat het voor mij zal betekenen als de werken voorbij zijn en de dagelijkse opgefokte stroom weer door het dorp trekt. Een bescheiden portie activist in me wordt wakker. Ik ga niet luchtig schrijven over boodschappen. Nu niet. Ik schrijf:
Komaan zeg, waar wachten jullie op!